Hagi

De Koreanen hebben fietspaden langs de rivier aangelegd van Seoul in het noorden naar Busan in het zuiden. Op een paar plaatsen na zijn de paden van goede kwaliteit.Grotendeels volgen we deze route die langs rivieren gaat. Voordeel is dat we niet veel hoeven te klimmen. Maar af en toe lijkt men wel vergeten dat het een pad voor fietsers is, er zitten stukjes tussen van meer dan 20% die met bepakking al helemaal niet te doen zijn. De fiets duwen is dan al een hele toer. De hotels waarin we verblijven zijn doorgaans prima en goed betaalbaar, daar zitten ook love hotels tussen. Dan heb je een garagebox beneden als ingang, die afgesloten kan worden om herkenning van de auto te voorkomen. Vanuit de box kom je in de hotelkamer met alles er op en er aan, inclusief condooms en allerlei verzorgende smeersels.

Het eten in Korea is lekker,tenminste als je van vlees en vis houdt. Het Koreaans barbecueën is zeer populair. Na enige hulp beheersen we dat nu ook een beetje.

We krijgen nog een gigantische regendag tijdens onze trip door Zuid-Korea en daar hebben we dagen later nog steeds last van. Eerst zijn delen van het pad afgesloten omdat ze onder water staan.Later fietsen we door enorme plassen en aangeslibde modder.

In Busan aangekomen nemen we de ferry naar Shimonoseki. Helaas wordt bij de security ons nog ongebruikte gasblikje uit de bagage gevist.

De nachtelijke overtocht is onstuimig. We hebben een comfortabele hut geboekt en gaan als we de haven uitvaren meteen plat en worden niet zeeziek. In Shimoneseki schaffen we een nieuw gasblikje aan. Omdat we niet helemaal fit zijn na de bootreis blijven we daar een nacht in een hotel. De volgende morgen vertrekken we vroeg en fietsen langs de westkust van het eiland Honshu naar het noorden. Na het min of meer vlakke fietsen in Korea, fietsen we nu langs een kust waar amper vlak terrein te vinden is. We rijden door meer bosrijk gebied en langs rijstvelden die in de heuvels terrasvormig zijn. Door de warmte, het is dagelijks rond de 30°, is het flink zweten tijdens het klimmen. Maar het uitzicht over zee met de vele eilanden voor de kust maakt veel goed.

Bij een roadside station met goede openbare toiletten vinden we onze eerste prachtige kampeerplek op een mini-heuvel. Wel moeten we alles naar boven slepen maar ondanks dat we op een uitzichtspunt zitten, zijn we volledig uit het zicht. De volgende gratis kampeerplek delen we met een 72-jarige Japanse wandelaar die alle grote eilanden van Japan rondwandelt. Hij loopt rond de 40 kilometer per dag en duwt een karretje voort waar hij zijn spullen mee vervoert. Aangekomen in Hagi vinden we een kamertje in een oude jeugdherberg. Hier blijven we drie nachten. We blijven hier een extra dag om de voor maandag voorspelde regen (die niet kwam) te vermijden. Hagi heeft genoeg om te bekijken, het heeft een ruïne van het kasteel van de familie Mori en in de oude binnenstad zijn huizen van oude aristocratische families en samoerai te bezichtigen.

Door de stad die heel mooi aan zee en aan de monding van een rivier ligt lopen een paar kanaaltjes waar we koi-karpers spotten.

Na deze rustdagen gaan we weer op pad, het binnenland in.